Moestuin: Goed begonnen, half gewonnen

De zomer lijkt misschien nog ver weg, maar als je een moestuin hebt, of eentje wil opstarten dit jaar, dan kan je nu al op het gemak beginnen met het voorbereiden van een nieuw seizoen vol vers, gezond en zelfgekweekt lekkers.

FIRST THINGS FIRST

Wat voor moestuin heb je voor ogen, hoeveel tijd heb je er voor over en hoeveel plaats heb je ter beschikking? Moestuinen komen in allerlei soorten en maten: van verschillenden potten en kruidenbakken op je terras of balkon tot een volledig veld met van alles wat. Is het je eerste keer? Er is niets mis met voorzichtig te beginnen. Zo leer je de knepen van het “vak” zonder jezelf te laten overrompelen. Een moestuin vraagt best wat tijd, maar je haalt er natuurlijk ook hopen voldoening uit. Beter beginnen met een bescheiden succes dan halverwege de moed in je schoenen voelen zakken. Ben je klaar om er volop voor te gaan? Dan kan je als richtlijn nemen dat een moestuin van 50m² volstaat om met een gezin van 4 personen een zomer lang eigen kweek te kunnen eten. Graag het hele jaar door groenten uit eigen tuin? Dan heb je toch een lapje van 200m² nodig.

EEN MAN (OF VROUW) MET EEN PLAN IS ER TWEE WAARD

Maak het jezelf niet te ingewikkeld en maak op voorhand een plan. Zo heb je een overzichtelijke houvast voor het komende moestuinseizoen. Bedenk welke soorten je graag eet en wilt kweken, zoek op wanneer en waar je ze best kan zetten en maak hiervan een lijstje. Ook de ligging van je lapje moestuin is hier van belang: veel groenten hebben tot 6u zon per dag nodig om mooi te rijpen. Op basis van dat lijstje kan je beginnen met je tuinplan. Je vindt talloze voorbeelden en uitgebreide richtlijnen online, maar het is ook zelf een beetje uitzoeken en ondervinden. Je kan best wel rekening houden met volgende tips:

Teken een plattegrond van je moestuin. Een grote moestuin verdeel je best onder in 6 bedden. Zo kan je aan wisselteelt doen (zie schema). Zo blijft de bodem optimaal en voorkom je ziektes. Je kan ook extra bedden voorzien voor vaste planten zoals aardbeien, asperges, rabarber, kleinfruit en kruiden. Het principe is simpel: elk jaar schuift elke groep een bed op (buiten de vaste planten). Geen plaats genoeg? Laat dan de groepen die je minder aanspreken vallen. Je houdt wel best minstens 4 groepen over zodat de grond pas na 4 jaar terug dezelfde gewassen krijgt.  Zorg dat je overal goed aankunt en maak het hoofdpad zeker breed genoeg om met een kruiwagen door te kunnen. Je kan de paadjes bedekken met boomschors: minder onkruid en minder modder! Hou je plan en eventuele notities goed bij. Zo weet je steeds wanneer het tijd is om wat te planten of te oogsten en waar wat moet het volgende jaar.

COMPOSTEREN DOET LEVEN

Een compostbak mag niet ontbreken in de moestuin. Je geraakt er makkelijk je groen- en snoeiafval in kwijt die je dan later nog terug kan gebruiken om de bodem te verrijken. Vanaf eind januari kan je je composthoop maandelijks eens omwoelen. Zorg met een riek dat het binnenste materiaal nu langs buiten komt te liggen. Indien je plaats genoeg hebt, kan je werken in verschillende delen: een deel waar je je vers afval opgooit terwijl in het andere deel die van vorig jaar nog kan rijpen. Niet veel plaats? Kies dan voor een compostvat. Vergeet niet dat je niet alles op je composthoop mag smijten: niet alles verteert even goed/snel, zoals bijvoorbeeld schillen van citrusvruchten. Wissel ook best af met snoeiafval, maar liefst niet groter dan 10cm en 1cm dik.

VOORZAAIEN

Wil je graag zelf voorzaaien, dan kan je nu al je zaden uitzoeken en bestellen. In januari kan je al beginnen met bijvoorbeeld tuinkers te zaaien in bakjes op de vensterbank. Overdrijf niet met je aantallen. Eens je kiempjes uitkomen is het zonde om ze weg te gooien. Maar als je al je zaailingen uitplant en ze daardoor te dicht op elkaar komen te staan, dan zal dat ten nadele gaan van je oogst.

Elk stukje grond is anders en ook de weersomstandigheden heb je nooit in de hand. Een moestuin beginnen zal dus misschien met vallen en opstaan zijn, maar zo leer je bij.

PS: Door de aanwijzingen achterop de zakjes zaad en op het etiket van planten te volgen, kom je al een heel eind!

Veel succes, en vooral plezier!

Bron:

Weergaven: 245